Origami is Japans vouwen. Met mooie, stevige blaadjes die vaak ook een prachtig patroon hebben of van een speciaal papier-folie zijn gemaakt. Om van die papiertjes iets moois te maken, moet je je aandacht erbij houden: puntjes netjes op elkaar, vouwen tegen elkaar maken, iets openvouwen met het vouwbeen, scherpe vouwen maken…
Het begon met de ‘zestien vierkantjes’, die iedereen nog kende van bij de kleuters. Daarna werd het moeilijker, maar hadden we ineens een molentje gevouwen! En dan, als je de moeilijkste stappen hebt gehad en de laatste punten omhoog vouwt, heb je ineens een lijstje!
De doorzetters gingen thuis verder voor de bol die bestaat uit zes ‘fotolijstjes’ – in het Japans heet dat een kusudama. Ik ben benieuwd of het gelukt is!